Nieuws

Contact of niet? Het maakt een verschil!

print
Afgelopen weekend verscheen in Zeno, de weekendbijlage van de Morgen, een interview met actrice Carmen Lauwers. Op haar 34ste debuteert ze als actrice in Dertigers. Een late roeping na een niet altijd makkelijk carrièrepad, maar na de dood van haar jongere broer stond haar leven ook een tijd stil. “Ik ben een andere Carmen dan voor Boris’ ongeval. Ik heb het er nog altijd moeilijk mee dat we nooit iets van die mensen hebben gehoord. Niet van de firma, niet van de chauffeur. Zoiets is niet makkelijk, dat begrijp ik, maar een blijk van menselijkheid was toch het minste geweest.”

Getriggerd door de woorden van Carmen, kroop auteur en ervaringsdeskundige Sabine Cocquyt in haar pen en schreef een open brief, die we graag met jullie delen: 
“Geef een teken van leven, adviseer ik, als ervaringsdeskundige, na ontmoetingen met vijf veroorzakers van verkeersongevallen in mijn boek “Mij overkomt het niet” (uitg. Epo, 2010). Het zou een verschil gemaakt hebben, denk ik nu nog altijd, 31 jaar na het ongeval waarbij mijn beide ouders om het leven kwamen en onze zoon, toen 9 jaar, levensgevaarlijk gewond raakte.”
      Contact of niet? Het maakt een verschil!

“Ik heb het er nog altijd moeilijk mee dat we nooit iets van die mensen hebben gehoord. Niet van de firma, niet van de chauffeur. Zoiets is niet makkelijk, dat begrijp ik, maar een blijk van menselijkheid was toch het minste geweest” zegt actrice Carmen Lauwers in Zeno (DM 21/1/2022) over het verkeersongeval waarbij haar broer het leven liet.

499 mensen stierven in België in 2020 binnen de 30 dagen na een verkeersongeval.
2968 personen raakten in datzelfde jaar zwaar gewond.
Zoveel slachtoffers! Zoveel veroorzakers of betrokkenen.
Bij hoeveel van hen leeft in de weken of maanden na het ongeval deze verzuchting?

Voor veel slachtoffers of nabestaanden geldt: “We hadden toch graag iets van hem of haar gehoord. Een teken van leven had deugd gedaan.” Bij veel betrokkenen klinkt het: “Ik had graag iets van mij laten horen, maar hoe doe je dat na zo’n tragische gebeurtenis? Of ook: “Het werd mij afgeraden door mijn advocaat, mijn verzekeringsmaatschappij, mijn familie, mijn werkgever, dus heb ik het maar gelaten.”
Geef een teken van leven, adviseer ik, als ervaringsdeskundige, na ontmoetingen met vijf veroorzakers van verkeersongevallen in mijn boek “Mij overkomt het niet” (uitg. Epo, 2010). Het zou een verschil gemaakt hebben, denk ik nu nog altijd, 31 jaar na het ongeval waarbij mijn beide ouders om het leven kwamen en onze zoon, toen 9 jaar, levensgevaarlijk gewond raakte. Had “onze” veroorzaker toen maar iets van zich laten horen, een kaartje geschreven bijvoorbeeld. Voor ons als familie zou het, zoals Carmen Lauwers ook zegt, een menselijk gebaar geweest zijn. Misschien zouden we er op dat moment gemengde gevoelens bij gehad hebben, maar ik ben er zeker van: het zou een rol hebben gespeeld in ons verwerkingsproces. We zouden minder energie verloren hebben aan onbegrip, onmacht en woede.

In het boek “Het spijt mij. Over bemiddeling na een verkeersongeval” (uitgeverij Epo, 2019) leg ik aan de hand van  zeven casussen uit hoe het anders kan. Drie veroorzakers en 7 slachtoffers of nabestaanden vertellen hoe ze op zoek gegaan zijn naar de ander, de tegenpartij. In vijf van de zeven verhalen werden mensen hierin begeleid door Moderator vzw, het Forum voor herstelrecht en bemiddeling. Eens beide partijen zich akkoord verklaren voor een vorm van contact, ontwikkelt zich een aftastend zoeken. Anders dan men zich vaak voorstelt, is het niet per se de bedoeling dat beide partijen elkaar lijfelijk ontmoeten. Een neutrale bemiddelaar (meerzijdig partijdig, zegt men bij Moderator) verkent langs beide kanten welke vragen, zorgen en noden men heeft. Hij of zij pendelt over en weer en brengt op zorgzame wijze vragen en antwoorden over. Waar iemand nood aan heeft, is zeer verschillend en individueel. Soms heeft men behoefte om heel wat praktische omstandigheden rond het ongeval uit te klaren: “Hoe kwam het dat je haar niet gezien hebt?” Of: “Ik kon hier echt niets aan doen! Die dode hoek!” In andere gevallen gaat het om het ventileren van woede of onbegrip, schaamte of spijt of eindeloos verdriet. Soms komt het ook tot een fysieke ontmoeting, die ook dan heel goed voorbereid en begeleid wordt.
Elkaar in de ogen kunnen kijken, de emoties op het gelaat van de ander kunnen zien, en dat voor beide partijen, het maakt vaak een wezenlijk verschil. Zoals een moeder van een verongelukt kind getuigt: “Ik zag een mens. Dat maakte het draaglijker.”
Het kan dus anders! Een contact tussen een veroorzaker en het slachtoffer of nabestaanden is wel degelijk mogelijk en heilzaam. Belangrijk is dat de betrokkenen hierover zelf kunnen beslissen. Dat niemand in hun plaats beslist. Dat mensen rondom hen open staan en mee denken in hun wanhopig zoeken en worstelen. Het doet hen grip krijgen op de feiten, de gebeurtenissen. Het zet hen weer in hun kracht, ondanks alles. Het maakt wel degelijk een verschil wanneer hulpverleners – van politie tot huisarts of psycholoog – bekend zijn met de mogelijkheid en de werking van bemiddeling. Dat geldt evenzeer voor werkgevers, advocaten of verzekeringsmaatschappijen. En bij uitbreiding voor elk van ons, familieleden of vrienden. Het is een keuze weg van de polarisering, het is een keuze voor verbinding en heling waar uiteindelijk elk van ons beter van wordt. Ooit hoorde ik journalist Rudi Vranckx volgende vraag stellen: “Als twee partijen elk aan één kant van de rivier staan, wie zal er dan aan denken een brug te bouwen?”
Het resultaat is verschillend, net zo goed als het startpunt, de vraag, de behoefte. Door de bemiddeling zijn vaak andere evenwichten ontstaan. Beide partijen zullen zich na het bemiddelingsproces verder en wellicht op hun eigen verwerkingsproces focussen. Meestal is er een verschuiving in de gevoelens, in de manier van kijken, gebeurd. Op een of andere manier helpt de bemiddeling om elkaar – veroorzaker en slachtoffer of nabestaanden – los te laten. Het leven gaat verder. Er blijft veel rouwwerk aan de winkel. Maar misschien is het toch net iets leefbaarder na het wederzijds contact. Rudi, die zijn vrouw in een ongeval verloor, formuleert het zo: “Het leven gaat verder en de wereld is klein. Misschien komen we elkaar weer tegen en kunnen we elkaar dan in de ogen kijken.”

Sabine Cocquyt

Sabine is ervaringsdeskundige en schreef o.a. “Mij overkomt het niet. Ontmoetingen met veroorzakers van verkeersongevallen”, (uitg. Epo, 2010) en “Het spijt mij. Over bemiddeling na een verkeersongeval”, (uitg. Epo 2019). Ze werkt als lichaams- en rouwtherapeut.     

2 Comments

  1. Landerie

    Als “veroorzaker ” wens je ook een ontmoeting met de nabestaanden. Spijtig is dit voor de verwerking niet goed als de familie geen contact wîlt.

    1. pieter verbeeck

      Beste, Een bemiddeling verloopt inderdaad steeds op vrijwillige basis langs beide kanten. Het gebeurt dan ook dat sopms slechts 1 van de betrokken partijen een bemiddeling wil opstarten. Dat is niet makkelijk en kan inderdaad een invloed hebben op de verwerking van wat gebeurde. In dergelijke situaties proberen we soms op andere manieren rond herstel te werken. Als je daar meer over wil weten, mag je ons altijd via mail of telefoon contacteren.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Related Posts